Floris Blok noemt in zijn pleidooi voor de verengelsing van Nederlandse universiteiten (10/10) wel de argumenten van tegenstanders daarvan, maar weerlegt geen van die argumenten op een wijze die hout snijdt. Hij vindt het getuigen van een „weinig verheven kijk op de academie” (hij bedoelt waarschijnlijk een weinig verheffende kijk) als men aandacht besteedt aan de beroepsvoorbereidende functie van universiteiten, die daar immers te goed voor zijn. Daarmee negeert hij niet alleen dat een aanzienlijk aantal beroepsbeoefenaars inderdaad aan universiteiten wordt opgeleid, maar ook dat het grootste deel van de andere afstudeerders eveneens werk vindt in de Nederlandse (Nederlandstalige) samenleving en gelukkig niet blijft rondzweven in die internationale verheven academische wereld waarvan hij zo vol is. Dat onze taal en cultuur gevaar lopen, lacht hij weg met een volkomen uit de lucht gegrepen vergelijking met extreem-rechtse sentimenten als mensen zich zorgen maken over het lot van die taal en cultuur. Als we de discussie op deze manier voeren, komen we niet ver.
Doesburg