De talenrijkdom in Frankrijk lijkt indrukwekkender dan die is

De Franse president Emmanuel Macron verdedigt bij de grondwettelijke raad een het onderdompelingsonderwijs in de regionale talen van Frankrijk. Veel volksvertegenwoordigers in Frankrijk zijn nogal huiverig voor dat voorstel. Zij vrezen dat dat ten koste van het Frans gaat.
“De talen van Frankrijk vormen een nationale schat”, stelde Macron op zijn Facebookpagina. “Die verrijken onze Franse cultuur.” Macron vindt dat niets onderdompelingsonderwijs in de regionale talen in Frankrijk en overzeese gebiedsdelen in de weg hoeft te staan. De grondwettelijke raad heeft het wetsvoorstel, in feite een erg late erkenning van het bestaansrecht van de verschillende talen in Frankrijk,  op dit punt afgewezen.

Macron vindt dat een wet moet bevrijden en niet verstikken: openen nooit inperken. Macron ziet zichzelf zowel als hoeder van het Frans als bewaker van de taalrijkheid die streektalen Frankrijk bieden. Hij heeft regering en parlement gevraagd om de middelen te vinden om de overdracht van deze taalverscheidenheid te garanderen.

Steen des aanstoots lijkt voor de grondwettelijke raad het onderdompelingsonderwijs te zijn, waarbij de desbetreffende (streek)taal wordt gesproken en geen Frans. Het voorstel van de liberale afgevaardigde Paul Molac, voorvechter van het Bretons, is op 8 april bij verrassing door het parlement aanvaard, ondanks oppositie van de regering. Ook tegen de zin van de regering werd het voorstel doorgeschoven naar de grondwettelijke raad op ‘persoonlijke titel’ van 61 afgevaardigden. Die raad controleert onder meer of wetsvoorstellen stroken met de grondwet, een instantie die Nederland (node) mist. Overigens lijkt die taalrijkheid in Frankrijk een kwijnend bestaan te leiden, alle geestdrift van de Franse president ten spijt.